Tagarchief: verouderingsbeits

Veroudering van hout

 

Vooral de laatste jaren valt me op dat er een soort van “hang” lijkt te zijn naar “het oude”. Wat vroeger bij het grofvuil werd gezet  krijgt tegenwoordig al snel een soort “geuzennaam”als “retro”, “brocante”, “road worn” (gitaren), “verouderd” en ga zo maar door. De vraag naar sloophout en gebruikt steigerhout overtreft het aanbod en de prijzen daarvan stijgen de pan uit. Oude meuk scoort bij een groeiende groep consumenten. Geen wonder dat de markt daar op in speelt. Er worden tafels aangeboden  van oude meerpalen, stalplanken, kaasplanken, tankbaanplanken, wagonplanken, scheepsplanken, gebinten. Hoe extremer het verhaal dat er bij hoort, hoe mooier de consument het lijkt te vinden. Oud scoort. Naar mijn idee wordt er meer “oud” hout gebruikt, dan er gesloopt kan worden. Een beetje vergelijkbaar met de Rooms Katholieke kerken die een fragment van het kruis van Jezus Christus claimen te hebben. Wanneer je alle geclaimde stukken in elkaar zou puzzelen, zou je voldoende hout hebben om het complete spoorwegnet tussen Meppel en Zwolle  van  bielzen te voorzien. Aannemersbedrijven lachen zich een kriek, wanneer ze geld overhouden als ze hun oude steigerplanken verkopen en er nieuwe “arbo-veilige” steigerplanken voor terugkopen. Er moet zelfs steigerhout kunstmatig worden verouderd om aan de vraag te kunnen voldoen. Bedrijven die “sloophout” produceren maken overuren. Nagemaakt sloophout of “nep” sloophout wordt met bergen tegelijk geimporteerd. Hout verouderingsinstallaties draaien op volle toeren. Het zijn trommels die gevuld worden met hout, aangevuld met stenen. Die trommels draaien ettelijke uren om het (nieuwe) hout   te beschadigen, kapot te maken, te butsen en te deuken met als doel de consumenten te doen geloven dat ze de vloer uit het eerste pakhuis van Albert Heijn uit de tijd van Pietje Bel op de kop hebben getikt. Of dat hun kast gemaakt is van de uit het achterhuis stammende planken van de mislukte boekenkast die Otto Frank persoonlijk heeft getimmerd en die later is vervangen door een echte meubelmaker.

Er zijn ook consumenten die het spelletje met de verouderde “look” gewoon doorhebben en het zelf gaan doen. Het is een hartstikke leuke bezigheid om met allerlei effectverven als krijtverf, diverse wassoorten, en verouderingsbeitsen een nieuw gemaakt of gekocht meubeltje te verouderen. Maar pas op: HET AANBRENGEN VAN EEN KLEUR, HOE LEUK DIE KLEUR OOK KLINKT, IS OP ZICHZELF GEEN VEROUDERING.

Ik kreeg onlangs deze mail met foto: kloostertafel

Geachte heer/mevrouw.

Ik zou graag advies van jullie ontvangen.

Ik ben een klooster tafel aan het maken van eiken balken maar deze moet straks nog wat verouderd worden. Ongeveer gelijk aan de bij gevoegde foto. Wat zou ik hier voor nodig hebben?

 Ik hoor graag van u.

 Met vriendelijke groet.

G.J.

Leuk, maar wat is “wat verouderd”? Wat de één een beetje verouderd noemt, vind de ander veel te grijs. Wat de één licht verouderd noemt, kan de ander gemakkelijk met “te bruin” afdoen. Ik ben daarom altijd erg huiverig om een kleur aan te bevelen en meestal doe ik dat dus gewoon niet. Bloednerveus word ik met terminologie als “een beetje” of “een beetje richting…..”

Ook de vraag: “Als ik er dit op doe, wordt het dan de goede kleur”, kan ik niet anders dan zeggen dat dat afhangt van de houtsoort waar het op komt, de mogelijke eerdere onderlaag, de manier van schuren en de vaardigheden van diegeen die het spul opbrengt.

Daarnaast is verouderen van nieuw hout een behoorlijke kunst. Leuk om te doen, waarbij het lef van de doehetzelver bepalend is. Kies je eigen mate van veroudering door het nieuwe hout meer of minder te “verminken”.

Een aantal mogelijkheden:

  • Sla er op met kettingen
  • Kras het hout uit met een staalborstel
  • Sla deuken met een hamer
  • Hanteer een gasbrander
  • Leg het hout buiten en loop er een periode overheen
  • Maak gaatjes om houtworm te suggereren
  • Laat er gedurende een periode vee overheen lopen (prachtig hout is van laadkleppen van veewagens)
  • Sla er spijkers doorheen en laat die een tijd in zitten roesten
  • Sleep hout achter een auto aan (afgesloten stuk weg)
  • Hanteer bijl, hiep of ander gereedschap dat er toe bijdraagt dat het hout er versleten uit ziet.

En pas daarna komt de kleur die het geheel afmaakt. Laat je daarbij vooral niet afleiden door de naam van de kleuren. Ze zijn niet relevant en slechts bedenksels van de producenten. Het gaat er om of de KLEUR je aanstaat, de NAAM doet er niet toe.

Ik zou zeggen: kies een kleur die je goed lijkt. Als je op de pot van de verouderingsbeits klikt, zie je de kleuren.   http://www.meubelrestauratieshop.nl/contents/nl/d107_HOUT_VERGRIJZEN.html

Maar nogmaals: “In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst”. Wellicht hebben jullie je eigen maniertjes om hout te verouderen. Ik hoor ze graag in het commentaarveld hieronder. Share the knowledge!

Houtelijke groet,

Richard

 

 

 

8 reacties

Opgeslagen onder brocante stijl, Techniek

Het “net niet” effect

Goedemorgen,
Graag zou ik u een vraag willen stellen.
Mijn vriend en ik willen graag onze meubels combineren.
Hij heeft teakhouten meubels en ik blank eiken patine. We zouden dan de teakhouten meubels willen kleuren in blank eiken patine. Is dit mogelijk en zo ja, welke producten adviseert u dan?
Graag hoor ik van u.
Met vriendelijke groet,
 

Dat was een vraag zoals ik er zovelen krijg. Een aardige gelegenheid om daar eens wat dieper in dit blog op in te gaan.

Meubelfabrikanten en meubelhandelaren komen vaak met meest interessante verkoop verhalen. Frans eiken, Mexicaans grenen, kersen kleur, eiken patine…..Klanten nemen dit soort terminologie vaak gewoon over. Weten zij veel. Weten zij veel dat Frans eiken als soort (hout was vroeger een boom) helemaal niet bestaat. Er is Europees eiken (zomereik/wintereik) en er is Amerikaans eiken (dat is een andere soort). Frans eiken is dus zeer waarschijnlijk Europees eiken, dat is gegroeid in Frankrijk. Heeft het een meerwaarde dat het in Frankrijk is gegroeid? Zeker! Voor de fabrikant in ieder geval. Die kan dan weer een flauwekul verhaal ophangen over een niet bestaande houtsoort die simpelweg goedkoper geproduceerd kan worden in Frankrijk dan in Nederland.

En dan de kleur. Soms kom ik een klant tegen die bijvoorbeeld kersen waterbeits komt halen om de meubels die een andere kleur hebben “te laten passen” bij de bestaande meubels. En die bestaande meubels hebben een kersen kleur. Vaak komt daar dan nog de mededeling: “staat op het stickertje aan de onderkant”  bovenop.

De ene beits is de andere niet en ook beitsfabrikanten geven hun zorgvuldig afgewogen producten soms fantastische namen. Maar de naam maakt in geen geval de kleur. Waterbeits A met de kleur mahonie, zou nog wel eens beter kunnen passen dan waterbeits B met de naam Kersen. Cursisten die bij mij de cursus houtafwerking hebben gedaan, hebben geleerd dat waterbeits donker noten een andere kleurtoon heeft dan alcoholbeits donker noten of wasbeits donker noten.

Eiken patine (zoals in het voorbeeld genoemd) is ook weer zo’n fabrieksterm waar ik helemaal niks kan. Patine is vaak een “verweringslaag” maar wordt ook gebruikt om een soort van “schaduwtjes” te creëren voor meer diepte. Op krijtverf wordt patine aangebracht om het geheel vies en groezelig (oud) te laten lijken. Wat wordt hier in dit geval bedoeld? Ik weet het niet.

De twee meubelstijlen moeten dus worden gecombineerd. Het ene moet gaan lijken op het andere. Dit vind ik geen goed idee om de volgende reden. Je moet al precies weten hoe die “eiken patine” op die meubels is aangebracht anders kun je het nooit namaken op de teakmeubels. En al zou je weten hoe die patine te maken is en al zou je dit perfect kunnen aanbrengen op de teakmeubels, dan nog zullen de buren gaan zeggen: “Goh, leuk zeg….het is BIJNA hetzelfde”. In mijn ogen is “bijna hetzelfde” precies hetzelfde als “NET NIET”

En dat is volslagen logisch want teakhout ís geen eiken en zal dat ook met een kleurtje nooit worden.

Wat dan wel? Durf af te wijken. Mooie meubels kunnen best op zichzelf staan. Alles hoeft niet bijna hetzelfde te zijn om toch bij elkaar te kunnen passen.

Waarom een lastig aan te brengen “eiken patine” op een andere houtsoort? Maak  het jezelf een stuk gemakkelijker door beide meubels te ontdoet van hun oude kleurtjes (afwerking) en geef beiden dezelfde behandeling! Bijvoorbeeld met waterbeits, wasbeits of verouderingsbeits. De kleuren zijn dan in ieder geval gelijk. Iemand zonder kennis van houtsoorten (zoals de meeste consumenten) zal het niet meer opvallen dat er twee verschillende houtsoorten zijn gebruikt. Hierdoor heb je veel minder het “net niet” effect!

Op zoek naar diverse beitsen? Kijk dan eens hier http://www.meubelrestauratieshop.nl/contents/nl/d3_beitsen.html

1 reactie

Opgeslagen onder Techniek