Nu de kastlichamen staan, kan begonnen worden met de deuren. Latten worden op breedte geschaafd uit een 28 mm dik paneel. Die worden daarna teruggeschaafd naar 21 mm. Daarna wordt er een sponning in gefreesd en een kantje afgeschuind onder een hoek van 15 graden. De deurframes worden nu met halfhoutverbindingen in elkaar gezet en gezekerd met een deuvel. De borst van de verbinding wordt daarbij ook op 15 graden gezaagd zodat het geheel mooi in elkaar past.
Helaas ontdek ik weer een ontwikkelingsprobleem. De bovenste dorpel gaat schuil achter de lat aan de bovenkant. Het stoort me aanvankelijk niet, maar zo staat het niet op de tekening. De bovendorpel had twee keer zo breed gemoeten. Na een nachtje slapen en overleg met de klant maak ik de dorpel met enige kunstgrepen breder. Dat staat toch beter.
Daarna wordt de kast en de deuren geschilderd en worden de gaten van de schuifdeurkomgreepjes ingefreesd. Hiervoor wordt eerst een mal gemaakt van trespa. Het frezen gaat daarna een stuk gemakkelijker. Wanneer zo’n greepje er in gepast wordt staat het gelijk een stuk meer af.
Als zaterdag alle verf is gedroogd wordt alles geschuurd, want de vezels van het hout zijn keurig rechtop komen te staan waardoor het oppervlak aanvoelt als schuurpapier. Daarna wordt alles in de was gezet waardoor een mooi glad oppervlak ontstaat. Alle onderdelen worden nu weer in elkaar gezet en getest. De kast is klaar en ik zie dat het goed is. Maandag wordt ze afgeleverd.